zaterdag 29 april 2017

A Spring day in April

This month it was three years ago that I happily celebrated my 25th anniversary. There were flowers, cake, a lunch with colleagues, a speech from my boss. Thinking back of it now it seems a memory from another life. Things changed. Things changed badly and beyond imagination. The hurt that it caused was so intense that I lost myself: all that I had stood for in the past had gone. Letting go and acceptance of the situation were the things I struggled with most, but eventually the moment came that I decided enough was enough.
I bought magazines like Flow, in which creativity and imperfection are celebrated, and people tell their life stories about making a new start and how that was the best thing that ever happened to them.
It was on a Spring day in April when I knew I was ready to face the world: I started writing again.


sunrise
the cacophony
of birds' song


dinsdag 25 april 2017

Vandaag

Op deze eerste echte warme lentedag van het jaar zijn we toevalligerwijs aan de Noordzeekust. Zoals verwacht is het druk. De terrassen in de zon zijn overvol, die aan de overkant (nog) leeg; het verschil tussen zon en schaduw is net te groot. Vanwege de groeiende rij wachtende mensen voor de dichtsbijzijnde strandtent eten we een broodje aan de boulevard in een piepklein eetcafe. Aan ons tafeltje bij de openstaande deuren aan de schaduwkant van de straat is het af en toe rillen maar daar hebben we het vandaag niet over. Daarna terug naar het strand, met windschermen en ligstoelen waarop witte lijven zich overgeven aan de brandende zon. Vandaag moet het gebeuren, morgen is het immers weer maandag.
Ook verderop is het druk. Kinderen voetballen met hun vaders en met elkaar, of rennen met emmertjes zeewater naar zelfgebouwde forten. Honden springen uitgelaten door de branding, vachten nat en glimmend, terwijl


meeuwen krijsen
een groep toeristen
nadert de viskar

woensdag 19 april 2017

Voetje voor voetje ...

... komt de hoogbejaarde man me voorbij, zijn grote lichaam zwaar leunend op een rollator. Luid mompelend houdt hij een tijdje stil voor de rij vitrines van de supermarktslagerij. Als hij kort daarna in een ander gangpad naast me staat, draait hij z'n hoofd. Twee levendige ogen in een gegroefd gezicht kijken me aan.
"Wat een keus in alles toch", klinkt het hard en raspend, "ik hoorde m'n kop er net van kraken!"
Ik grijns en antwoord dat hij in dat geval maar het beste voorzichtig aan kan doen, waarop hij met een bulderende lach verder schuifelt.


westenwind
de geuren
van de stad